Kinderzitjes

Frontairbag passagierszijde moet UIT zijn

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als het in uw land is toegestaan om een kind op de passagiersstoel voorin te laten plaatsnemen, plaats dan nooit een kind op de passagiersstoel voorin als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Controleer altijd of deze airbag UIT is (zie Indicator van airbagstatus).

Raadpleeg het volgende label dat op de zonnekleppen is aangebracht:

Als een kind op de passagiersstoel voorin is geplaatst moet de frontairbag aan passagierszijde uitschakelen (zelfs als het kind in een geschikt kinderzitje of op een zitverhoger is geplaatst). Bij een aanrijding kan de geactiveerde airbag ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken, met name wanneer een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje wordt gebruikt.

Om de frontairbag aan passagierszijde uit te schakelen, moet u er eerst voor zorgen dat het voertuig in de parkeerstand staat. Tik vervolgens op Bediening > Veiligheid > Frontairbag passagierszijde (zie De frontairbag aan passagierszijde bedienen).

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als u de frontairbag aan passagierszijde uitschakelt, vergeet deze dan niet weer in te schakelen wanneer een volwassene op de passagiersstoel voorin plaatsneemt.

De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt op het touchscreen aangegeven. U kunt ook op het volgende statuspictogram tikken om de frontairbag aan passagierszijde uit of in te schakelen:

Als een kind op de passagiersstoel voorin zit, controleer dan altijd voordat u gaat rijden of de frontairbag aan passagierszijde UIT is.
Om een volwassene die vervolgens plaatsneemt op de passagiersstoel voorin te beschermen, moet de frontairbag aan passagierszijde weer worden ingeschakeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als een kind plaatsneemt op de voorpassagiersstoel, is het de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te controleren of de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld, zelfs wanneer u hem hebt uitgeschakeld (of omgekeerd), dient u onmiddellijk een serviceafspraak te maken met de mobiele app.

Geschiktheid en plaatsen van kinderzitjes

Alle veiligheidsgordels van de Model Y zijn bedoeld voor volwassenen. Bij het vervoeren van kinderen moet u het volgende doen:

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als u een kinderzitje installeert, moet u ook de veiligheidsgordel vastgespen om te voorkomen dat het waarschuwingsgeluid voor de veiligheidsgordels klinkt.

Aanbevolen kinderzitjes op basis van postuur

In de onderstaande tabel vindt u de door Tesla aanbevolen kinderzitjes (zoals beschreven in "Uniforme bepalingen met betrekking tot kinderzitjes"). Hoewel kinderen op elke zitplaats in de Model Y kunnen zitten, kan het te gebruiken type kinderzitje per zitplaats verschillen. Op de middelste zitplaats van de tweede zitrij mogen bijvoorbeeld alleen kinderzitjes met gordelbevestiging worden gebruikt (zoals beschreven in Twee plaatsingsmethoden).

Lengte van kind (ECE R129)
40-105 cm (max 18 kg) Maxi-Cosi CabrioFix & Familyfix 3, Cabriofix i-Size Base
61-115 cm (max 25 kg) Maxi-Cosi Pearl 360 met Familyfix 360
105-150 cm (max 36 kg) Britax Romer KIDFIX i-Size (zie onderstaande instructies)
138-150 cm (max 36 kg) Graco Booster Basic R129

Britax Romer KIDFIX i-Size

Indien u het Britax Romer KIDFIX i-Size kinderzitje gebruikt, zoals aanbevolen door Tesla voor kinderen met een lengte tussen 100 en 150 cm, moet u ook de XP-PAD, Side Impact Cushion Technology (SICT) (alleen op de buitenste zitplaats) en Britax SecureGuard gebruiken. Bij gebruik van de Britax SecureGuard, moet u de heupgordel vlak over de heupen van het kind houden. Plaats de schoudergordel niet onder de SecureGuard. Raadpleeg de instructies van Britax voor meer informatie.

Grotere kinderen

Gebruik een geschikte zitverhoging als een kind te groot is voor een kinderzitje maar nog niet groot genoeg om de veiligheidsgordel goed te kunnen gebruiken. Volg exact de instructies van de fabrikant voor het plaatsen en het gebruik van een zitverhoger.

Passagiersstoel voorin

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat nooit een kind op de voorpassagiersstoel zitten wanneer de frontairbag aan passagierszijde actief is. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. Zie Airbags.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Om een kinderzitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, zet u de stoel in de middelhoge stand (ca. 3 cm).
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Illustraties zijn alleen bedoeld om het conceptuele begrip te verbeteren. Afhankelijk van de aangeschafte voertuigconfiguratie en het marktgebied kan het ontwerp variëren.
Als de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld en de hoogte van de zitting in de middelste stand is gezet, mogen kinderen op de voorstoel worden geplaatst als een van de volgende soorten kinderzitjes met gordelbevestiging wordt gebruikt: In rijrichting geplaatst, universeel en tegen rijrichting in geplaatst, universeel.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De passagiersstoel voorin is niet uitgerust met de onderste verankeringspunten voor ISOFIX/​i-Size kinderzitjes.
Gewichtsklasse Gewicht kind Frontairbag passagierszijde AAN Frontairbag passagierszijde UIT
Klasse 0 Tot 10 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse 0+ Tot 13 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse I 9 tot 18 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse II 15 tot 25 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse III 22 tot 36 kg Niet toegestaan Toegestaan

Stoelen op tweede zitrij

Kinderen mogen op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij worden geplaatst in een kinderzitje met gordelbevestiging of in een ISOFIX (IU) of i-Size (i-U) kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Op de zitplaatsen achterin wordt het gebruik van bovenste bevestigingsriemen ondersteund (zie Bovenste riemen bevestigen).

Grotere kinderen mogen ook op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij op een zitverhoger worden geplaatst, bevestigd aan de onderste verankeringspunten of met de gordel, volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn geschikt voor het gebruik van de volgende ISOFIX/i-Size-lengteklassen:

  • Lengteklasse A, B, en B1 in de rijrichting geplaatst.
  • Lengteklasse C, D en E tegen de rijrichting in geplaatst.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om ruimte te maken voor grotere tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX/i-Size-kinderzitjes (lengteklasse C), dient u mogelijk de betreffende voorstoel tot halverwege naar voren te zetten (tot maximaal 13 cm vóór de achterste stand), omhoog te zetten (2 cm ten opzichte van de laagste stand) en de rugleuning te verstellen.

Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gordelbevestiging. Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst of een in de rijrichting geplaatst kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De middelste zitplaats achterin is uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX/i-Size kinderzitjes.

Grotere kinderen mogen ook op een middelste zitplaats achterin op een zitverhoger worden geplaatst, volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Voordat u een kinderzitje aanbrengt, moet u ervoor zorgen dat de bijbehorende rugleuning helemaal rechtop staat.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als de hoofdsteun van de auto verhindert dat het kinderzitje de rugleuning of zijwangen van de stoel raakt, verwijder dan tijdelijk de hoofdsteun voor een beter passing. Monteer de hoofdsteun opnieuw nadat het kinderzitje niet langer wordt gebruikt.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik Makkelijk instappen (zie Bestuurdersprofielen) niet om de bestuurdersstoel automatisch volledig naar achteren te verplaatsen, wanneer een kinderzitje is aangebracht op de tweede zitrij achter de bestuurdersstoel. Vanwege de beperkte ruimte, kan het verplaatsen van de stoel de benen van een kind raken, letsel veroorzaken of het zitje loswrikken.

Twee plaatsingsmethoden

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om een kinderzitje te plaatsen, dient u altijd zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het kinderzitje te lezen en te volgen.

Hoewel er vele andere varianten zijn, zijn er in het algemeen twee soorten kinderzitjes, gebaseerd op de manier waarop zij op de stoel worden bevestigd:

Sommige kinderzitjes kunnen op beide manieren bevestigd worden. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van het kinderzitje om te bepalen welke plaatsingsmethode u moet gebruiken en voor aanwijzingen voor het plaatsen.

In de Model Y kunnen systemen met gordelbevestiging op elke passagiersstoel worden geplaatst. ISOFIX/i-Size-systemen kunnen op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij worden geplaatst. Hieronder leest u welk type kinderzitje op welke zitplaats kan worden gebruikt.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
ISOFIX en i-Size zijn internationale normen voor geïntegreerde verankeringen in passagiersvoertuigen voor de bevestiging van kinderzitjes.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen ISOFIX/i-Size verankeringen met een kinderzitje of zitverhogers die zijn voorzien van een integrale veiligheidsgordel als het totale gewicht van het kind en het kinderzitje hoger is dan 33 kg.

Plaatsen van kinderzitjes met gordelbevestiging

Volg altijd de gedetailleerde aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje. Volg deze algemene richtlijnen voor kinderzitjes met gordelbevestiging:

  • Controleer of het kinderzitje geschikt is voor het gewicht, de lengte en de leeftijd van het kind.
  • Zorg dat het kind niet te dikke kleding draagt.
  • Leg geen voorwerpen tussen het kind en het kinderzitje.
  • Verstel vóór aanvang van iedere rit de riemen van het kinderzitje voor ieder kind.
  1. Plaats het kinderzitje op de geschikte zitplaats en trek de veiligheidsgordel volledig uit. Plaats en bevestig het kinderzitje volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.
  2. Laat de gordel strak oprollen, zorg dat er geen speling overblijft door het zitje bij het oprollen van de gordel stevig in de stoel van de auto te drukken.
  3. Bevestig de bovenste bevestigingsriem(en) volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje (zie Bovenste riemen bevestigen).

ISOFIX/i-Size kinderzitjes plaatsen

De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn uitgerust met ISOFIX/i-Size verankeringspunten. Deze verankeringspunten bevinden zich tussen de zitting en de rugleuning. De exacte locatie van elk verankeringspunt wordt aangegeven met een markering op de rugleuning, direct boven het betreffende verankeringspunt.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Illustraties zijn alleen bedoeld om het conceptuele begrip te verbeteren. Afhankelijk van de aangeschafte voertuigconfiguratie en het marktgebied kan het ontwerp variëren.

Plaats op de tweede zitrij ISOFIX/i-Size-kinderzitjes alleen op de buitenste zitplaatsen. Gebruik in op de middelste zitplaats alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden.

Om een ISOFIX/i-Size-kinderzitje te plaatsen, dient u zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het kinderzitje te lezen en te volgen. In deze instructies wordt beschreven hoe u het kinderzitje op de verankeringspunten schuift totdat het zitje hoorbaar vastklikt. Mogelijk moet u het kinderzitje stevig tegen de rugleuning drukken om het goed te bevestigen.

Stel de bevestiging af totdat het kinderzitje stevig tegen de rugleuning is bevestigd. Controleer of het kinderzitje goed is bevestigd.

Voordat u een kind in het kinderzitje zet, dient u te controleren of het kinderzitje stevig is bevestigd. Pak de voorkant van het kinderzitje aan weerszijden vast en probeer:

  • Het kinderzitje heen en weer te draaien.
  • Het kinderzitje van de stoel te trekken.

Als het kinderzitje draait of van de stoel beweegt, zijn beide vergrendelingen niet volledig in de verankeringspunten van de stoel bevestigd. Plaats het zitje dan opnieuw en probeer het nog eens. Het is essentieel dat beide vergrendelingen op het kinderzitje volledig zijn bevestigd.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen ISOFIX/i-Size verankeringen met een kinderzitje of zitverhogers die zijn voorzien van een integrale veiligheidsgordel als het totale gewicht van het kind en het kinderzitje hoger is dan 33 kg.

Steunpoot

Alle zitplaatsen achterin van de Model Y ondersteunen het gebruik van een kinderzitje met een steunpoot. Als het kinderzitje is uitgerust met een steunpoot, trek de steunpoot dan uit volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Bovenste riemen bevestigen

Als het zitje aan de bovenzijde een riem heeft, haak de riem dan vast aan het verankeringspunt achter de stoel.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zet de bovenste bevestigingsriemen vast volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik in het midden alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden .

Zorg ervoor dat de haak volledig is bevestigd op het verankeringspunt.

5 zitplaatsen

Bij dubbele bevestigingsriemen op de buitenste zitplaatsen dient er aan weerszijden van de hoofdsteun een riem te worden aangebracht.

Bij enkele bevestigingsriemen op de buitenste zitplaatsen brengt u de riem aan over de buitenste zijde van de hoofdsteun (dezelfde kant als het oprolmechanisme van de veiligheidsgordel).

Als de riem niet over de buitenste rand van de hoofdsteun kan worden geleid (bijvoorbeeld doordat de riem te strak is), zet de hoofdsteun dan omhoog en breng de riem onder de hoofdsteun aan.

Voor enkele en dubbele bevestigingsriemen op de middelste zitplaats achterin, dient u de riemen over de hoofdsteun aan te brengen. Zet de hoofdsteun niet omhoog en probeer de riem niet onder de hoofdsteun door te leiden.

Technische informatie (5 zitplaatsen)

ECE 16-08 Bijlage 17, Aanhangsel 3, Tabel 1

5zitplaatsen Stoelpositienummer (zie onder)

1 en 3
Airbag pass UIT

1 en 3
Airbag pass AAN

4 5 6 7 (indien aanwezig) 9 (indien aanwezig)
Toegestane gewichtsklassen 0, 0+, I, II, III n.v.t. 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III
Geschikt voor universele gordelbevestiging? Ja* Nee Ja Nee Ja Ja*** Ja***
Geschikt voor i-Size? Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee
Geschikt voor lengterichting (L1/L2)? Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Grootste geschikte tegen de rijrichting in geplaatst ISOFIX/i-Size-zitje (R1/R2X/R2/R3). Nee Nee R3* Nee R3** Nee Nee
Grootste geschikte in de rijrichting geplaatst ISOFIX/i-Size-zitje (F1/F2X/F2/F3). Nee Nee F3 Nee F3 Nee Nee
Grootste geschikte zitverhoger (B2/B3). B2* Nee B3 Nee B3 Nee Nee
Geschikt voor steunpoot Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee

De gespen voor veiligheidsgordels voor volwassenen bevinden zich op geen enkele zitplaats in lengterichting tussen ISOFIX/i-Size-verankeringspunten.
*Om een kinderzitje met gordelbevestiging op de voorstoel te plaatsen, moet u de stoel mogelijk in de middelhoge stand (ca. 3 cm) (ca. 3 cm) en naar achteren zetten om ruimte te creëren tussen het kinderzitje en het dashboard.


**Om ruimte te maken voor grotere ISOFIX/i-Size-kinderzitjes (lengteklasse C), dient u mogelijk de betreffende voorstoel tot halverwege naar voren te zetten (tot maximaal 13 cm vóór de achterste stand), omhoog te zetten (3 cm boven de laagste stand) en de rugleuning in de 15-gradenstand te zetten (of 10 graden naar achteren ten opzichte van de voorste stand).

*** Wanneer een universeel kinderzitje met gordelbevestiging op de derde zitrij is geïnstalleerd, kunnen de buitenste en middelste zitplaatsen op de tweede zitrij niet worden gebruikt.

Stoelpositienummers Locatie in auto
1 Linksvoor (alleen auto's met stuur rechts)
3 Rechtsvoor (alleen auto's met stuur links)
4 Linker zitplaats tweede zitrij
5 Middelste zitplaats tweede zitrij
6 Rechter zitplaats tweede zitrij
7 (indien aanwezig) Derde rij links
9 (indien aanwezig) Derde rij rechts

Waarschuwingen m.b.t. kinderzitjes

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Plaats nooit een kind in een kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje op een stoel die wordt beschermd door een actieve frontairbag aan passagierszijde. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. Raadpleeg het waarschuwingslabel op de zonneklep.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Sommige kinderzitjes zijn zo ontworpen dat zij op de autostoel worden bevestigd door middel van een heupgordel of door middel van het heupgedeelte van een driepuntsgordel. Bij een botsing lopen kinderen gevaar als het kinderzitje niet goed in de auto is vastgezet.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen in de rijrichting geplaatst kinderzitje totdat uw kind meer dan 9 kg weegt en zelfstandig kan zitten. Tot de leeftijd van twee jaar is bescherming van de ruggengraat en nek van kinderen niet voldoende om letsel te voorkomen bij een frontale botsing.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat baby's en kinderen nooit op schoot van een volwassene meerijden. Kinderen moeten altijd vervoerd worden in een goedgekeurd en geschikt kinderzitje.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Volg de aanwijzingen in deze handleiding en de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje om er zeker van te zijn dat kinderen veilig vervoerd worden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
De gordelwaarschuwing op het touchscreen is niet voldoende; u moet zelf controleren of een kinderzitje correct is bevestigd. De stoelbezettingssensoren detecteren mogelijk geen kinderzitjes.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Kinderen moeten worden vervoerd in een tegen de rijrichting in geplaatst. kinderzitje waarbij zo lang mogelijk de 5-puntsgordel wordt gebruikt totdat het kind de maximale lengte of het maximale gewicht van het tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitje bereikt.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zorg er bij het vervoer van grotere kinderen voor dat het hoofd wordt ondersteund en dat de veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en bevestigd. Het schoudergedeelte van de gordel mag niet tegen het gezicht of de nek komen en het heupgedeelte mag niet op de buik rusten.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Maak nooit twee kinderzitjes vast aan één verankeringspunt. Eén verankeringspunt is mogelijk niet sterk genoeg om bij een zware aanrijding twee zitjes vast te houden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Verankeringspunten van kinderzitjes zijn alleen bestand tegen krachten die correct geplaatste kinderzitjes er op kunnen uitoefenen. Ze mogen in geen geval worden gebruikt voor veiligheidsgordels van volwassenen of andere veiligheidsriemen, of voor het bevestigen van items of uitrusting aan de auto.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Controleer de gordels en de bevestigingsriemen altijd op slijtage en beschadiging.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat een kind nooit alleen achter, ook niet als het kind in het zitje vastzit.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik nooit een kinderzitje dat eerder aan een aanrijding is blootgesteld. Voer het zitje dan af en laat het vervangen conform de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.